Treurwilg

Wanneer u de jonge Wilg heeft geplant moet u deze niet teveel snoeien. De boom heeft dan veel energie nodig om goed te wortelen. U mag alleen de eenjarige twijgen snoeien. Knip niet de houtachtige takken uit de bomen. Wanneer de Wilg ouder is kunt u deze eens in de drie tot zes jaar snoeien. U snoeit dan de gehele boom De beste periode om te snoeien is tussen november en maart wanneer alle bladeren van de takken zijn. Voor het snoeien van de Wilg heeft u een snoeischaar en handzaag nodig. Met de snoeischaar knipt u de dunne takken af tot de stam. Met de handzaag zaagt u de dikke takken tot 10 cm van de stam af.

De treurwilg houdt van water en gedijt dan ook het beste in een voedselrijke, vochtige grond. Staat de treurwilg op een wat drogere grond? Dan is wat extra water geven soms nodig. Anders kan het voorkomen dat de treurwilg aan de top uitdroogt. Ook tijdens droge maanden is het raadzaam om de treurwilg van extra vocht te voorzien. Als het blad slap begint te hangen kan er sprake zijn van vochttekort. Bewater de boom in dat geval zo snel mogelijk. Overdrijf het echter niet: het geven van 10 tot 20 liter water per boom is voldoende. Doe dit in droge perioden het liefst om de dag.

U plant een Treurwilg tussen de maanden November en Maart. 1. Graaf een ruim plantgat waar het wortelgestel of kluit makkelijk in past. Indien er een harde laag in de grond zit is het beter deze te verwijderen zodat er geen water in het plantgat blijft staan. 2. Bij bomen met een kluit mag de jute of ijzeren korf nooit verwijderd worden. Wanneer u dit wel doet bestaat de kans dat de kluit uit elkaar valt en het wortelgestel beschadigd. Hierdoor vervalt tevens uw garantie. 3. Plant de boom op de juiste diepte. U kunt dit zien doordat de stam die in de grond heeft gestaan een andere kleur heeft dan er boven. Wanneer dit niet duidelijk is de boom net met de wortels onder de grond plaatsen. 4. Vul nu het gat aan met een halve zak aanplantgrond en de uitgegraven grond, het beste is om dit samen te mengen. 5. Plaats vervolgens 2 boompalen naast de boom om scheefwaaien of afscheuren van de wortels te voorkomen. De palen 30 tot 40cm van de boom af zetten. Plaats de palen door middel van een grondboor voor minimaal 1/3 in de grond en sla deze nog is goed na met een grote hamer. Wanneer u er voor kiest 1 boompaal te plaatsen, plaatst u deze dan aan de windkant. 6. Verbind nu de palen met de boom door middel van boomband en nagels, deze zijn bij ons te bestellen onder accessoires.