Tamme Kastanje

De Tamme kastanje behoeft eigenlijk geen snoei, doordat hij van nature een mooie kroonvorm heeft. De sapstroom van de Kastanje komt al vroeg op gang, wanneer je dan gaat snoeien zal de boom bloeden. Hierdoor kun je enkel in ze zomermaanden de tamme kastanje snoeien. Snoei dan dode- of beschadigde takken weg en voer een lichte vormsnoei uit indien gewenst. Echter is het snoeien dus niet per se nodig.

In het begin zullen de wortels van de Tamme Kastanje nog niet bij het grond water kunnen en structureel water geven is dan ook wenselijk. Geef daarom tijdens droogte van één week de boom water. Wanneer het ook erg warm is kun je twee á drie keer per week water geven. Geef geen water tijdens een vorstperiode. Na het de eerste twee jaar na aanplanten hoef je alleen water te geven tijdens extreem langdurige droge en warme periodes.

De Tamme Kastanje wordt een grote boom en heeft daardoor veel ruimte nodig. Plant daarom de boom op een open plek. Graaf een geul dat 5 tot 10 centimeter dieper is dan de wortels of kluit van de boom. Zit er een jute zak of ijzeren korf om de wortels, verwijder deze dan niet. Doe je dit wel, dan is de kans groot dat de wortels beschadigen. Tevens vervalt dan de hergroeigarantie. De jute zake is biologisch afbreekbaar en kan daardoor gewoon geplant worden. Meng de uitgegraven grond met Vivimus, om zo de boom te voorzien van de benodigde voedingsstoffen. Plaats de boom in het aanplantgat en vul het gat op met het mengsel van aarde. Druk het gat goed aan en geef voldoende water. Om scheefwaaien te voorkomen kun je twee boompalen plaatsen, op 20 á 30 centimeter van de stam. Deze verbind je met de boom door boomband en nagels.