Meerstammige sierappel Evereste

De Malus Evereste kan snoei goed verdragen en hierdoor kunt u de vorm van de meerstammige sierappel boom goed behouden. U kunt zowel in de zomer als in de winter ongewenste uitlopers afknippen. Snoei alleen nooit tijdens vorst. U kunt het best af en toe een beetje snoeien. Om de plant van voeding te voorzien kunt u in het voorjaar een handje kalk en koemestkorrels rond de voet van de plant strooien.

In de eerste periode na aanplanten dient u de meerstammige Sierappel tijdens droogte water te geven. Geef water wanneer het een week droog is geweest of nauwelijks geregend heeft. Geef dan één emmer water. Hoe warmer en droger, hoe meer water. In de zomer kunt u 2 tot 3 keer per week water geven. Giet het water rustig over de grond zodat de wortels het water goed op kunnen nemen. Na het eerste jaar na aanplanten hoeft u alleen tijdens extreme droogte en warmte (zoals in de zomer) water te geven.

De Malus Evereste staat het liefst in de zon of halfschaduw op een goed doorlatende bodem. De bodem dient niet te nat te zijn, hierdoor kunnen de wortels van de boom gaan rotten. De Sierappel staat het liefst op een kalkrijke grond, maar kan ook op een zandgrond goed groeien. Om de meerstammige boom te planten dient u een gat te graven dat iets bredere en dieper is dan de kluit van de boom, zodat deze goed in het gat past. Maak de grond goed los, zodat alle harde lagen eruit zijn. Plaats de Malus zo recht mogelijk in het gat. Meng de uitgegraven grond met aanplant grond, zo stimuleert u de aangroei. Vul hiermee het aanplant gat aan en druk de grond goed aan. Geef daarna voldoende water. U kunt door middel van boompalen en boomband de boom extra stevig maken. Zet aan beide zeiden van de boom één paal en verbind deze met de boom met een boomband. Wanneer de boom sterker is kunt u de palen weer verwijderen.