Meerstammige Magnolia Sieboldii

Het snoeien van de meerstammige Magnolia boom is eigenlijk niet nodig. De Magnolia groeit namelijk het mooiste wanneer u snoeien achterwege laat. Wanneer u vindt dat de boom te groot wordt, kunt u wel snoeien. Hoe meer u gaat snoeien, hoe meer uitlopers de boom zou krijgen. Bedenk bij het snoeien wel goed of het echt nodig is.

Magnolia’s bestaan namelijk voornamelijk uit zachthout en wanneer u veel gaat snoeien vergroot u de kans op rottend hout. Het snoeien is daarom ook niet echt goed voor de boom zelf. Gaat u wel snoeien doe dit dan in het voorjaar of begin mei, net na de bloei.

Snoei echter nooit in het najaar, Hierdoor knipt u namelijk de knoppen weg. Dit zou erg zonde zijn.

Het beste kunt u de magnolia snoeien met een takkenschaar of wanneer de takken nog niet zo dik zijn met een snoeischaar. Gebruik altijd scherp en schoon materiaal zodat u geen ziektes over kan brengen en de gladde wond maakt tijdens het snoeien.

De meerstammige Magnolia staat graag op een vochthoudende grond en vooral in de eerste periode na aanplanten is het belangrijk dat u de boom water geeft.

Tijdens droge periodes van ongeveer een week kunt u één keer in de week een emmer water geven aan de boom. Geef echter geen water tijdens vorst.

Tijdens een warme en droge periode kunt u twee tot 3 keer per week een emmer water geven. Giet het water rustig over de voet van de boom, zo kunnen de wortels het water goed opnemen.

Ook na het eerste jaar na aanplanten dient u de boom van extra water te voorzien tijdens lange droge en warme periode zoals in de zomermaanden. Geef dan twee tot 3 keer per week water.

Graaf een gat waar de kluit of de wortels van de boom goed inpassen. Maak het gat iets breder en iets dieper dan de kluit of wortels van de boom.

Een jute zak of ijzerenkorf dient u niet te verwijderen, een zwarte bak wel. Maak de grond goed los zodat de boom goed kan wortelen. Plaats de boom zo recht mogelijk in het gat. Meng de uitgegraven grond met een halve zak aanplant grond en vul hiermee het aan plantgat aan. Dan drukt u de grond goed aan en geeft u de plant voldoende water.

Om ervoor te zorgen dat de boom niet scheef kan waaien of de wortels af kunnen scheuren kunt u aan beide zijden van de boom een boompaal plaatsen. De palen kunt u met de boom verbinden met boomband en nagels. U kunt er ook voor kiezen om één paal te plaatsen, zet deze dan aan de windzijde.

Wanneer de boom goed geworteld is en sterk staat, kunt u de palen verwijderen.