Lei Sierpeer
De Lei sierpeer is een Leiboom die in het voorjaar prachtige witte, opvallende bloemen geeft. Na de bloei groeit er frisgroen blad aan de takken. In het najaar zullen de bladeren verkleuren naar rood/violet. De Sierpeer houdt lang zijn blad vast, maar zal uiteindelijk toch zijn bladeren verliezen. Ondanks dat de Lei sierpeer bloesem geeft zal deze leiboom geen vruchten geven (of hele kleine peertjes, welke niet eetbaar zijn). De Lei sierpeer heeft een hoge sierwaarde en is goed winterhard. De Leiboom Sierpeer staat graag in de zon of halfschaduw en heeft geen specifieke grondeisen.
Kies uit de diverse afmetingen en bepaal zelf welk formaat het beste in je tuin past. Je kunt natuurlijk ook altijd langskomen of contact opnemen voor advies. De populairste Leiboom Sierpeer in onze webshop is die met de afmeting 10-12cm en stamhoogte 180. Deze wordt het bestverkocht en is een fantastische toevoeging aan je voor- of achtertuin.
Je kunt de Lei Sierpeer online bestellen bij Bomenenzo.nl. Ook kun je langskomen op onze kwekerij in de Betuwe. Je kunt dan de verschillende Leibomen bij ons bekijken.
| Naam | Pyrus calleryana 'Chanticleer' |
|---|---|
| Kroon | Lei |
| Bladkleur | Groen |
| Herfstverkleuring | Geel, Rood |
| Groenblijvend | Nee |
| Bloeikleur | Wit |
| Bloeitijd | April |
| Giftigheid | Niet giftig |
| Snoeiperiode | November tot Februari |
| Grondsoort | Alle |
| Groeisnelheid | Gemiddeld |
| Windbestendigheid | Goed |
| Winterhardheid | Goed |
| Biodiversiteit | Vogels en Bijen |
| Toepassing | Grote en Kleine Tuinen, Kustgebieden |
| Pot, Kluit, Kale wortel | Kale Wortel |
Onderhoud
Wanneer je een Leiboom Sierpeer koopt zal het leirek meestal nog niet 100% zichtdicht zijn. Hierdoor is het belangrijk dat je de eerste tijd de nieuwe takken van de Lei Sierpeer in het leirek bindt. Wanneer het Leirek voldoende vol gegroeid is, kun je de Lei sierpeer 1x per jaar gaan snoeien.
Een Lei Sierpeer laat zich makkelijk snoeien. Je kunt de Leiboom Sierpeer het beste snoeien tussen november en maart. Je knipt de uitlopende takken op de lei-armen terug tot ongeveer 2 ogen boven de tak. De takken welke bovenaan het leirek vanuit de stam groeien knip je terug tot op de stam. Wanneer je de Lei Sierpeer goed bekijkt, zul je zien dat deze op de horizontale takken, verticale scheuten gaan groeien. Het beste kun je deze scheuten terugsnoeien tot een lengte van 5 a 10 centimeter boven de horizontale takken.
Een Lei Sierpeer groeit op iedere grondsoort. Deze boom is vrij makkelijk in onderhoud. De Lei sierpeer is bladverliezend. Dit wil zeggen dat hij in de herfst en winter kaal is. Gebruik voor het snoeien goed en scherp gereedschap.
Water geven
Bij nieuwe aanplant is het belangrijk dat je de Leibomen, zodra het blad uitloopt, water begint te geven.
Start eerst met 1x per week, 1 emmer langzaam bij de stam naar beneden laten lopen. Komt er meer blad aan de boom en is de temperatuur tussen de 20 en 27 graden, geef de Lei Sierpeer dan 2x per week water. Bij temperaturen boven de 27 graden geef je hem 3x per week, 1 emmer water.
Hoe te planten
1. Schep de grond los met een scherpe spade. Dit zorgt ervoor dat er een betere afwatering ontstaat. Graaf hierna een ruim plantgat waar het wortelgestel of de kluit makkelijk in past.
2. Bij bomen met een kluit mag de ijzeren korf of jute zak nooit verwijderd worden. Wanneer je dit wel doet bestaat de kans dat de kluit uit elkaar valt en het wortelgestel beschadigd. Hierdoor vervalt tevens je garantie.
3. Plant de Lei Sierpeer op de juiste diepte. Je kunt dit zien doordat de stam die in de grond heeft gestaan een andere kleur heeft dan erboven. Wanneer dit niet duidelijk is, plant dan de boom net met de wortels onder de grond.
4. Mocht de grond erg nat zijn dan is het verstandig om drainage aan te leggen. Als dit niet mogelijk is, dan kun je het beste de boom iets hoger planten (terpje). De boom staat dan met de wortels voor de helft in het plantgat en voor de helft erboven. Hierna het plantgat goed aanvullen, zodat alle wortels bedekt zijn.
5. Vul nu het gat aan met een halve zak aanplantgrond en de uitgegraven grond, het beste is om dit samen te mengen.
6. Plaats vervolgens 2 boompalen naast de boom om scheefwaaien of afscheuren van de wortels te voorkomen. De palen 30 tot 40 cm van de boom af zetten. Plaats de palen door middel van een grondboor voor minimaal 1/3 in de grond en sla deze nog is goed na met een grote hamer. Wanneer je ervoor kiest 1 boompaal te plaatsen, plaats deze dan aan de windkant.
7. Verbind nu de palen met de boom door middel van boomband en nagels.
