Dak Carpinus

De Dak Carpinus, of Dakbeuk, is een sterke boom die vrij langzaam groeit. Het onderhouden van deze boom bestaat vooral uit één jaarlijkse snoeibeurt in de winter. U kunt uw Dakbeuk het beste snoeien tussen januari en maart, dan zijn alle takken goed (en makkelijk) zichtbaar. Let er tijdens het snoeien op dat u de hoofdtakken (bepalen de vorm van het dak) zoveel mogelijk met rust laat. De zijtakken kunt u wél terugsnoeien. Snoei deze takken terug tot aan de hoofdtakken, dit heet ook wel 'knotten'. Eventueel kunt u in de zomer nog de opgaande takken wegsnoeien.

Bij bomen als deze Dak Carpinus is het belangrijk om, vooral de eerste maanden na de aanplant, regelmatig water te geven. Die tijd heeft uw boom nodig om goed te kunnen wortelen, zodat hij na die periode zelf bij het grondwater kan komen (en zichzelf dus kan voorzien van water). Is het langdurig warm en droog buiten? Geef uw Dakbeuk dan ook wat extra water. Probeer de bodem licht-vochtig te houden.

Graaf een ruim gat voor de wortels of kluit van de Dakbeuk. De Dak Carpinus kan op wat vochtigere grond. Hij stelt geen hoge eisen aan de grond. Loopt het water in uw tuin niet goed weg, zorg dan eerst voor een juiste afwatering voor u de Dakbeuk plant.

Gebruik tijdens de aanplant Vivimus, zodat de Dak Carpinus de beste start maakt. In deze aarde zit een schimmel verwerkt, welke zorgt voor een zeer goede aanslag van de Carpinus Betulus Dakboom.

Plaats de Dak Carpinus niet dieper in de grond, dan max. 5cm boven de wortels of kluit. Graaft u de hem dieper in, dan zal de stam gaan rotten en de Dakbeuk afsterven. Het is ook raadzaam om links en rechts van de boom een boompaal te plaatsen. Deze verbindt u d.m.v. boomband.

Ziet u er tegenop om de boom zelf te plaatsen?

Bomenenzo heeft ook een aanplant service, die ervoor zorgt dat uw bomen en planten perfect geplant staan in uw tuin.