Blauwe Treur Ceder
De Blauwe Treur Ceder ‘Glauce Pendula’ is een decoratieve conifeer in treurvorm. De afhangende takken met blauwgroene naalden hangen dan ook sierlijk langs de boom. De wintergroene conifeer is een bijzondere verschijning in je tuin die ook nog eens onderhoudsvriendelijk is!
De Glauce pendula wordt ook wel de Blauwe Treurceder genoemd en komt van oorsprong uit Frankrijk. Deze zeer decoratieve, wintergroene conifeer heeft treurende afhangende takken. Aan de takken groeien grijsblauwe naalden. De naalden op de langloten zijn spiraalsgewijs geplaats en de naalden op de kortloten staan in bundels bijeen. Dit geeft een erg mooi effect.
In de herfst groeien er tonvormige kegels aan de boom. Er zijn twee Blauwe Treur Ceder soorten beschikbaar. De eerste soort is geënt aan de basis, met takken die langs de gehele lengte van de stam. In dit geval zal er een kroon gevormd worden waarvan de primaire takken horizontaal groeien terwijl de secundaire takken naar beneden zullen afhangen. De boom zal dat 4 tot 6 meter hoog groeien. Er kan ook gekozen worden om slechts een hoofdtak te laten groeien die tot ruim 10 meter lang kan worden. Welke vorm ook gekozen wordt, deze boom zal altijd zeer decoratief zijn zonder dat de indruk wordt gewekt dat hij er kunstmatig gevormd uit zal zien. Toch hoef je voor de vorm zelf eigenlijk niets te doen, heerlijk toch?
| Naam | Cedrus atlantica 'Glauce Pendula' |
|---|---|
| Volwassen hoogte | 1,5 tot 2 meter |
| Kroon | Treur |
| Bladkleur | Zilvergrijs |
| Groenblijvend | Ja |
| Bloeikleur | Brons/Bruin |
| Bloeitijd | April |
| Vruchten | Kegels |
| Giftigheid | Niet giftig voor mensen en dieren |
| Snoeiperiode | Alleen vormsnoei, niet tijdens de vorst |
| Grondsoort | Geschikt voor alle grondsoorten |
| Groeisnelheid | Gemiddeld |
| Bloeivorm | Trosvormig |
| Winterhardheid | Goed |
| Toepassing | (kleine) tuinen, terras of balkon |
| Pot, Kluit, Kale wortel | Pot |
Onderhoud
In principe groeit de Treur Ceder uit zichzelf in de mooie treurvorm en hoef je hier niets voor te doen. Snoeien is dan ook eigenlijk niet nodig. Zorg er wel voor dat er een mooie hoofdtak ontstaan bij de jonge ceder. Is dit niet het geval en ontstaan er twee toppen, dan kan er één verwijderd worden. Ook wanneer de boom te groot wordt, kun je gerust enkele takken verwijderen. Let er dan wel op dat de sierlijke vorm van de boom behouden wordt. Ga je snoeien, doe dit dan in de winter. Snoei echter niet tijdens vorst.
Water geven
De eerste twee jaar na aanplanten kan de ceder structureel water gebruiken. Geef daarom één keer per week de Ceder water, mits het niet genoeg geregend heeft. Geef geen water tijdens vorst. Wanneer het ook erg warm is, kun je twee tot drie keer per week water geven. Na de eerste periode na aanplanten, hoef je alleen nog water te geven tijden extreem droge en warme periodes, zoals in de zomermaanden.
Hoe te planten
De Ceder staat het liefst op een goed doorlatende grond, verder stelt de ceder weinig eisen aan de bodemsoort. De standplaats is zon/ halfschaduw. Om de boom te planten, dien je een gat te graven waar het wortelstelsel van de ceder gemakkelijk in past. Plaats de Ceder in het gat en vul aan met de uitgegraven grond die je kunt mengen met een halve zak aanplantgrond. Zo zorgt u voor een goede start. Maak gebruik van 2 boompalen die je 30 tot 40 centimeter van de boom af plaatst om scheefwaaien te voorkomen. Druk de grond na aanplanten goed aan en geef voldoende water.
